De waterbak en de man met de camera
Piet was geen gewone fotograaf. Nee, Piet was een man met een missie. Hij noemde zichzelf "de grootmeester van het perfecte moment", een bijnaam die hij zichzelf had gegeven na jaren van foto’s maken waarin iemand altijd precies knipperde, gaapte, of, in één beroemd geval, niesde terwijl ze een prijs in ontvangst namen. Maar vandaag zou dat anders zijn. Vandaag was hij ingehuurd om de steeplechase op de atletiekbaan vast te leggen, een evenement waar hij zijn fotografische meesterwerk van zou maken.
Piet arriveerde vol enthousiasme op de atletiekbaan, gehuld in een paars hesje dat "OFFICIEEL" schreeuwde en een pet die hij uit een souvenirwinkel in zijn geboortedorp had gekocht. Hij zette zijn camera klaar en ging op zoek naar dé plek. De plek waar legendarische foto’s werden gemaakt.
Na een paar minuten rondlopen viel zijn oog op de waterbak. Het leek hem een gouden locatie. “Dát is het,” mompelde hij in zichzelf, terwijl hij zijn statief neerzette. Hij glimlachte breed. “Iedereen ziet altijd alleen maar atleten rennen, springen en winnen. Maar ik, Piet, ga iets anders laten zien. De rauwe emoties! De natte voeten! De pure strijd tegen... ja, tegen de zwaartekracht én tegen het water!”
Hij nestelde zich aan de rand van de bak, waar de baan nog nat was van de spetters van eerdere deelnemers. Zijn camera stond klaar. Dit zou een meesterwerk worden.
Aan de andere kant van de baan stond Kees, een fanatieke, maar niet per se getalenteerde atleet. Kees had een reputatie. Hij was bekend om zijn bizarre ongelukken tijdens races. Eén keer had hij zijn schoen verloren tijdens een sprong. Een andere keer had hij tijdens de start zo ver naar voren geleund dat hij letterlijk met zijn gezicht in de baan viel. Maar vandaag had hij besloten dat het anders zou zijn. Hij voelde zich opgeladen en vol vertrouwen.
Er was echter één probleem: Kees had voor de wedstrijd iets te veel sportdrank gedronken. Je kent die felgekleurde, suikerachtige drankjes wel, waar je maag spontaan van begint te borrelen. Nou, Kees had er drie achterovergeslagen, en zijn blaas was daar absoluut niet blij mee. Terwijl hij naar de startlijn liep, voelde hij een lichte druk. “Het is niets,” zei hij tegen zichzelf. “Ik hou het wel vol tot het einde. Nog maar 3.000 meter en wat plassen water... geen probleem.”
De eerste rondes gingen verrassend goed. Kees sprong soepel over de hordes, hield zijn tempo stabiel, en lachte zelfs naar de toeschouwers. Maar toen kwam het moment van de waterbak.
Piet zat ondertussen nog steeds in zijn perfecte positie, klaar om het moment vast te leggen. Hij had al een paar mooie shots van andere deelnemers gemaakt. Vooral eentje waar een atleet met een gracieuze boog door de lucht sprong en precies in de waterbak landde, leverde hem een kleine vreugdedans op. “Dit wordt mijn beste werk ooit,” mompelde hij terwijl hij nog eens door zijn lens keek.
Kees kwam ondertussen steeds dichterbij de waterbak. Zijn gezicht stond gespannen, maar niet alleen vanwege de fysieke inspanning. De druk in zijn blaas was nu onmiskenbaar. Hij kon het bijna horen schreeuwen: “Kees, doe iets! NU!” Maar Kees negeerde het. Hij focuste zich op de sprong.
“Je kunt dit, Kees,” zei hij tegen zichzelf terwijl hij de laatste horde voor de waterbak naderde. “Gewoon je knie optrekken, hoog springen en...”
Net op dat moment gebeurde het onvermijdelijke. Kees sprong, zijn lichaam sierlijk door de lucht, maar halverwege voelde hij de controle over zijn blaas wegglippen. Een kleine straal ontsnapte precies op het moment dat hij over Piet heen zweefde.
Piet, volledig geconcentreerd op zijn camera, zag niets aankomen. Hij klikte op precies het juiste moment, net toen Kees in de lucht hing, zijn gezicht een mengeling van angst en opluchting. Maar toen voelde Piet ineens iets kouds op zijn pet.
“Wat...?” Piet keek omhoog, maar zag alleen Kees die net in de waterbak landde met een luid gespetter. Piet trok een wenkbrauw op. "Vreemd... er was toch geen regen voorspeld vandaag?"
Hij besloot het te negeren en keek snel naar zijn camera. En daar was het: dé foto. Het perfecte shot. Kees zwevend in de lucht, een sprankelende druppel die precies tussen hen in hing. Het leek een soort artistiek symbool. Piet kon zijn geluk niet op. “Ik ben een genie,” zei hij zachtjes tegen zichzelf.
Maar toen rook hij iets. Hij boog naar voren en rook aan zijn pet. Zijn ogen werden groot. “Dit is geen regenwater...”
Ondertussen had Kees niet door wat er was gebeurd. Hij sprong uit de waterbak, zijn schoenen doorweekt, en sprintte verder alsof zijn leven ervan afhing. De toeschouwers juichten, al hadden sommigen wel een vreemde uitdrukking op hun gezicht. De geur had hen ook bereikt.
Piet, ondertussen, stond op en keek naar de waterbak alsof die hem persoonlijk had verraden. “Ik ga dit niet accepteren,” mompelde hij terwijl hij zijn pet afdeed en naar Kees keek. “Dit wordt een verhaal voor de boeken.”
Hij rende naar de baan, zijn camera nog steeds in de hand, en schreeuwde: “JIJ! KOM TERUG! WAT HEB JE GEDAAN?”
Kees keek om, verward door het lawaai, maar bleef doorrennen. Hij dacht dat Piet hem aanmoedigde. “Wat een enthousiaste fotograaf,” dacht hij.
De andere deelnemers begonnen ook op Piet te letten. Sommigen dachten dat hij een deel van de wedstrijd was en probeerden hem in te halen. Een chaos brak uit. Atleten sprongen over Piet heen, één deelnemer struikelde zelfs over zijn statief, en het publiek begon hard te lachen.
Toen de wedstrijd eindelijk voorbij was, zat Piet met zijn armen over elkaar bij de rand van de baan. Zijn pet lag op de grond naast hem. Kees liep naar hem toe, met een medaille in zijn hand. Hij had verrassend genoeg brons gewonnen.
“Bedankt voor de geweldige foto’s, man!” zei Kees vrolijk. “Ik zag je helemaal enthousiast worden tijdens mijn sprong. Je bent echt een inspiratie!”
Piet keek hem aan met een blik die ergens tussen frustratie en ongeloof lag. “Weet jij wat er is gebeurd bij die waterbak?” vroeg hij langzaam.
Kees keek naar de waterbak, toen naar Piet, en vervolgens naar de natte plek op Piet’s pet. Zijn gezicht werd rood. “Eh... misschien? Maar, hé, dat maakt het alleen maar authentiek, toch? Mensen houden van een goed verhaal!”
Piet kon het niet geloven. Maar toen keek hij weer naar zijn camera. Het shot dat hij had gemaakt was inderdaad perfect. Het zou misschien niet de artistieke doorbraak zijn waar hij op hoopte, maar het zou absoluut viraal gaan. Hij glimlachte langzaam. “Misschien heb je gelijk, Kees. Misschien heb je gelijk.”
Een week later stond Piet’s foto op de voorpagina van een bekende sportwebsite met de titel: “Vliegende atleet en de mysterieuze druppel: een moment om nooit te vergeten.” Het verhaal werd gedeeld, geliked, en becommentarieerd door duizenden mensen. Sommigen bewonderden de techniek van de foto, terwijl anderen vooral om de bijbehorende anekdote lachten.
Piet kreeg eindelijk de erkenning die hij altijd had gewild, al was het op een heel andere manier dan hij had verwacht. En Kees? Kees werd een lokale held. Mensen noemden hem “De vliegende kraan” en hij omarmde de bijnaam volledig.
Vanaf dat moment werd de steeplechase niet alleen herinnerd om zijn sportieve prestaties, maar ook om de dag waarop een fotograaf, een waterbak en een atleet samen een stukje geschiedenis schreven.
(EN)
The Water Jump and the Man with the Camera
Piet wasn’t just any photographer. No, Piet was a man on a mission. He called himself "the master of the perfect moment," a nickname he had given himself after years of capturing photos where someone was always blinking, yawning, or—in one memorable case—sneezing while receiving an award. But today was going to be different. Today, he had been hired to photograph the steeplechase at the athletics track, an event where he was determined to create his masterpiece.
Piet arrived at the track full of enthusiasm, clad in a purple vest that screamed "OFFICIAL" and a cap he had bought from a souvenir shop in his hometown. He set up his camera and scouted for the perfect spot. The spot where legendary photos were born.
After a few minutes of wandering, his eyes fell on the water jump. It seemed like the golden location. "That’s it," he muttered to himself as he set up his tripod. He smiled broadly. “Everyone always sees athletes running, jumping, and winning. But me, Piet, I’m going to show something different. The raw emotions! The wet feet! The pure battle against... yes, against gravity and water!”
He settled down at the edge of the water jump, where the track was still damp from earlier competitors. His camera was ready. This was going to be his masterpiece.
On the other side of the track stood Kees, a fanatical but not particularly talented athlete. Kees had a reputation. He was known for his bizarre accidents during races. Once, he lost his shoe mid-jump. Another time, he leaned so far forward at the starting line that he literally fell face-first onto the track. But today, he had decided it would be different. He felt energized and confident.
There was just one problem: Kees had drunk way too much sports drink before the race. You know those brightly colored, sugary drinks that make your stomach bubble? Well, Kees had downed three, and his bladder was not happy about it. As he walked to the starting line, he felt a slight pressure. “It’s nothing,” he told himself. “I can hold it until the end. Just 3,000 meters and a few water jumps... no problem.”
The first laps went surprisingly well. Kees jumped gracefully over the hurdles, kept his pace steady, and even smiled at the spectators. But then came the moment of the water jump.
Meanwhile, Piet was still sitting in his perfect position, ready to capture the moment. He had already taken a few great shots of other competitors. One in particular, where an athlete leapt in a graceful arc and landed squarely in the water jump, had made him do a little happy dance. “This is going to be my best work yet,” he muttered as he peeked through his lens.
Kees was approaching the water jump. His face was tense, but not just from the physical effort. The pressure in his bladder was now undeniable. He could almost hear it screaming, “Kees, do something! NOW!” But Kees ignored it. He focused on the jump.
“You can do this, Kees,” he said to himself as he approached the final hurdle before the water jump. “Just lift your knee, jump high, and…”
At that very moment, the inevitable happened. Kees leapt, his body soaring gracefully through the air, but halfway through, he felt his bladder lose control. A small stream escaped just as he sailed over Piet.
Piet, fully focused on his camera, didn’t see it coming. He clicked at the exact right moment, just as Kees was mid-air, his face a mixture of fear and relief. But then Piet felt something cold hit his cap.
“What the…?” Piet looked up but saw only Kees landing in the water jump with a loud splash. Piet raised an eyebrow. "Strange... there wasn’t any rain in the forecast today.”
He decided to ignore it and quickly looked back at his camera. And there it was: the photo. The perfect shot. Kees suspended in the air, a sparkling droplet hanging between them. It looked like some kind of artistic symbol. Piet was ecstatic. “I’m a genius,” he whispered to himself.
But then he smelled something. He leaned forward and sniffed his cap. His eyes widened. “This isn’t rainwater…”
Meanwhile, Kees was oblivious to what had happened. He leapt out of the water jump, his shoes soaking wet, and sprinted ahead as if his life depended on it. The spectators cheered, though some had odd expressions on their faces. The smell had reached them too.
Piet, meanwhile, stood up and stared at the water jump as if it had personally betrayed him. “I’m not letting this go,” he muttered as he removed his cap and glared at Kees. “This is going to be a story for the ages.”
He ran onto the track, still holding his camera, and shouted, “YOU! COME BACK! WHAT DID YOU DO?”
Kees glanced back, confused by the commotion, but kept running. He thought Piet was cheering him on. “What a passionate photographer,” he thought.
The other competitors also began to notice Piet. Some thought he was part of the race and tried to overtake him. Chaos erupted. Athletes leapt over Piet, one tripped over his tripod, and the crowd roared with laughter.
When the race finally ended, Piet sat with his arms crossed by the side of the track. His cap lay on the ground beside him. Kees walked over, a medal in his hand. Somehow, he had managed to win bronze.
“Thanks for the amazing photos, man!” Kees said cheerfully. “I saw you get all excited during my jump. You’re really an inspiration!”
Piet stared at him with a look that was somewhere between frustration and disbelief. “Do you know what happened at that water jump?” he asked slowly.
Kees glanced at the water jump, then at Piet, and finally at the wet spot on Piet’s cap. His face turned red. “Uh… maybe? But, hey, that just makes it more authentic, right? People love a good story!”
Piet couldn’t believe it. But then he looked back at his camera. The shot he had taken was indeed perfect. It might not be the artistic breakthrough he had hoped for, but it was definitely going to go viral. He smiled slowly. “Maybe you’re right, Kees. Maybe you’re right.”
A week later, Piet’s photo was on the front page of a popular sports website with the headline: “Flying Athlete and the Mysterious Droplet: A Moment to Remember.” The story was shared, liked, and commented on by thousands of people. Some admired the technical brilliance of the photo, while others laughed at the accompanying anecdote.
Piet finally got the recognition he had always wanted, though not in the way he expected. And Kees? Kees became a local hero. People called him “The Flying Faucet,” and he embraced the nickname wholeheartedly.
From that day on, the steeplechase wasn’t just remembered for its athletic achievements but also for the day a photographer, a water jump, and an athlete created a piece of history.
Ai CLONE OF THIS PHOTO