LOST IN PRAGUE 19
JPG - 4830x2636 px
De Bittere smaak van Roem
Milada staarde door het raam van de tram, haar ogen donker en streng, alsof ze de wereld wilde straffen voor wat het haar had afgenomen. Het zonlicht dat door de ruiten viel, leek haar gezicht niet te bereiken, alsof het zich afwendde van haar aanwezigheid. Buiten, langs de groene bomen en het drukke leven van Praag, zag ze niets wat haar troost kon bieden. Alles om haar heen leek haar te irriteren — de levendigheid van de stad, de voorbijgangers die lachten en kletsten, de jonge stelletjes die hand in hand liepen. Het was alsof iedereen haar het leven in wreef dat zij nu miste.
Ivo was alles geweest voor haar, maar niet zoals mensen misschien zouden denken. Het was niet zijn stem die haar betoverde, niet de zachtheid waarmee hij ooit naar haar keek. Nee, het was zijn naam, zijn faam, die haar had verleid. Ivo Kolar, de beroemdste saxofonist van Praag, geliefd en aanbeden door een menigte die haar een status gaf waar ze zich heerlijk in onderdompelde. Ze hield van de fluisteringen, de blikken wanneer ze samen over straat liepen. Mensen keken naar haar, wezen, fluisterden haar naam. Ze was “Milada, de vrouw van Ivo.” En in die schaduw van zijn roem voelde ze zich belangrijk, krachtig zelfs.
Ze herinnerde zich nog hoe ze elkaar hadden ontmoet, op een feestje na een concert. Ze had zijn blik gevangen aan de andere kant van de kamer, en ze wist toen al wat ze wilde. Ze wilde hem, of misschien niet hem, maar alles wat hij vertegenwoordigde. Ivo was niet zomaar een man; hij was een symbool, een icoon van de stad. Toen hij haar benaderde, had ze haar beste glimlach opgezet en woorden gesproken die zorgvuldig waren gekozen. Ze speelde haar rol perfect, en binnen een paar maanden waren ze getrouwd.
Het leven met Ivo was precies zoals ze zich had voorgesteld. De luxe, de feesten, de aandacht. Ze had zich genesteld in de wereld van glitter en glamour, een wereld waarin ze zich op haar gemak voelde zolang Ivo aan haar zijde stond. Ze was Milada, de vrouw van de grote Ivo Kolar, en dat was genoeg voor haar.
Maar toen kwam de nacht die alles veranderde.
Ze herinnerde zich de stilte van die avond, de plotselinge duisternis die haar overspoelde toen ze het telefoontje kreeg. Ivo was ingestort, zomaar, zonder waarschuwing. Een beroerte, zeiden de artsen later. Binnen een paar uur was hij weg. De wereld die ze zo zorgvuldig om zich heen had gebouwd, stortte met een klap in. De bewonderende blikken die ze vroeger voelde, veranderden in medelijden, in medeleven. Mensen probeerden haar te troosten, vroegen haar hoe ze zich voelde. Maar ze wilde het niet. Ze wilde hun blikken niet, hun handen niet op haar schouder, hun zachte woorden die leeg en betekenisloos waren.
In de weken na zijn dood sloot ze zich op in hun appartement, het gordijn van roem was verdwenen en wat overbleef was een grauwe, stille leegte. Ze voelde zich vuil, bezoedeld, nu de schijnwerpers niet langer op haar gericht waren. De stad die ooit haar podium was, leek nu een koude, vijandige plek vol herinneringen aan wat ze verloren had — niet alleen Ivo, maar haar hele identiteit.
Nu zat ze in de tram, haar gezicht hard en onverzettelijk, alsof ze de wereld wilde uitsluiten. De vrouw die ooit bloeide in de gloed van andermans bewondering, was een schim geworden. Ze keek naar de mensen op straat met een mengeling van afkeer en jaloezie. Ze konden allemaal doorgaan met hun leven, terwijl zij vastzat in een stille gevangenis van haar eigen ambities en verlangens. Het was haar eigen schuld, en dat wist ze diep vanbinnen, maar ze zou die bitterheid nooit toegeven, zelfs niet aan zichzelf.
De tramratel trok haar even uit haar gedachten. Een vrouw naast haar glimlachte vluchtig, een gebaar van vriendelijkheid, maar Milada wendde haar gezicht af, de mond strak op elkaar geperst. Ze wilde niets van deze wereld. De wereld had haar alles gegeven wat ze ooit had gewenst, en daarna, in een enkel, onverwacht moment, alles weer afgepakt.
Milada was alleen, een eiland van harde herinneringen in een zee van leven die verderging zonder haar.
The Bitterness of Fame
Milada stared out of the tram window, her eyes dark and severe, as if she wanted to punish the world for what it had taken from her. The sunlight streaming through the glass seemed to avoid her face, as though it turned away from her presence. Outside, past the green trees and the bustling life of Prague, she saw nothing that could comfort her. Everything around her irritated her — the vibrancy of the city, the passersby laughing and chatting, the young couples walking hand in hand. It was as if everyone was flaunting the life she now missed.
Ivo had meant everything to her, but not in the way people might think. It wasn’t his voice that enchanted her, nor the gentleness with which he once looked at her. No, it was his name, his fame, that had seduced her. Ivo Kolar, the most celebrated saxophonist in Prague, adored by a crowd that gave her a status she delighted in. She loved the whispers, the glances when they walked the streets together. People looked at her, pointed, whispered her name. She was “Milada, Ivo’s wife.” And in that shadow of his fame, she felt important, powerful even.
She remembered how they met, at a party after one of his concerts. She caught his gaze from across the room, and she knew right then what she wanted. She wanted him, or perhaps not him, but everything he represented. Ivo wasn’t just a man; he was a symbol, an icon of the city. When he approached her, she put on her best smile and chose her words carefully. She played her role perfectly, and within a few months, they were married.
Life with Ivo was exactly as she had imagined. The luxury, the parties, the attention. She had nestled into the world of glitz and glamour, a world in which she felt comfortable as long as Ivo was by her side. She was Milada, wife of the great Ivo Kolar, and that was enough for her.
But then came the night that changed everything.
She remembered the silence of that evening, the sudden darkness that engulfed her when she received the call. Ivo had collapsed, just like that, without warning. A stroke, the doctors said later. Within hours, he was gone. The world she had carefully built around herself collapsed with a crash. The admiring glances she once relished turned to pity, to sympathy. People tried to console her, asked how she felt. But she didn’t want it. She didn’t want their looks, their hands on her shoulder, their soft words that were empty and meaningless.
In the weeks following his death, she locked herself up in their apartment, the curtain of fame pulled away, leaving only a gray, silent emptiness. She felt dirty, tainted, now that the spotlight was no longer on her. The city that was once her stage seemed now a cold, hostile place full of memories of what she had lost — not just Ivo, but her entire identity.
Now she sat on the tram, her face hard and unyielding, as if she wanted to shut the world out. The woman who once thrived in the glow of others’ admiration had become a shadow. She looked at the people on the street with a mixture of disdain and envy. They could all move on with their lives, while she remained trapped in a quiet prison of her own ambitions and desires. She knew, deep down, it was her own fault, but she would never admit that bitterness, not even to herself.
The rattle of the tram pulled her briefly from her thoughts. A woman beside her offered a fleeting smile, a gesture of kindness, but Milada turned her face away, her mouth set in a tight line. She wanted nothing from this world. The world had given her everything she’d ever wanted, and then, in a single, unexpected moment, had taken it all away.
Milada was alone, an island of harsh memories in a sea of life that continued without her.
Ai CLONE OF THIS PHOTO